GetInsight

okt 18, 2022

Waarom werk en de overgang een lastige combi is

En waarom op werk de overgang op de agenda moet staan

Meer dan de helft van alle werkende vrouwen in de overgang gaven aan door de overgang minder goed te functioneren op werk (CBS en TNO, 2021). Bij 8 procent speelt dit dagelijks, bij 9 procent wekelijks. Het gaat hier om flinke aantallen en dus ook om veel geld. Toch is er weinig aandacht voor overgangsproblemen op werk. Hoe komt dit en wat kunnen we er aan doen?

Onbekend maakt onbemind

In Nederland zijn wij niet goed ‘geschoold’ in de overgang. Hoe dat komt? Vooral omdat het een taboe-onderwerp is. Voor ons calvinistische volkje is het toch ‘mond houden, tanden op elkaar en doorgaan’. Dit in tegenstelling tot veel andere landen (Italië, Engeland, VS, Canada) waar overgangsklachten veel bekender zijn en meer geaccepteerd worden.

BN-ers in de bres

Goede stappen worden gezet door bekende Nederlanders die aandacht besteden aan het onderwerp, zoals Isa Hoes en Caroline Tensen. Ook zij werden overvallen door de onverwachte en heftige klachten in de overgang. Zo weten veel vrouwen  niet dat de heftigste klachten in de pre-menopauze ontstaan, de tijd dat een vrouw nog menstueert. Vrouwen hebben hierdoor vaak te laat door waar de klachten vandaan komen, met alle gevolgen van dien in hun werk- en privéleven.

Burn-out of overgang?

Een ander probleem is dat burn-out klachten en overgangsklachten erg op elkaar lijken. Veel vrouwen hebben een drukke baan, een gezin met pubers en een vol sociaal leven. Een burn-out is voor hen een logische verklaring voor hun klachten, terwijl de klachten getriggerd worden door de hormoon-rollercoaster van de overgang. Ook is een burn-out bekender en meer geaccepteerd, waardoor mogelijk liever gekozen wordt voor deze verklaring. Hierdoor blijven de overgangsproblemen onderbelicht.

Nederlandse huisartsen behoudend

Om het nog ingewikkelder te maken woedt er in ons landje ook nog eens een strijd tussen gynaecologen en huisartsen. De huisartsen handelen behoudend bij overgangsklachten en schrijven liever geen hormoontherapie voor. Deze houding is deels terug te voeren naar een WHI-studie van 20 jaar geleden, waarna hormoontherapie vroegtijdig werd gestopt bij veel vrouwen vanwege het aantal borstkankergevallen. Gynaecologen proberen al jaren nieuwe onderzoeken en ontwikkelingen rond succesvolle hormoontherapieën met zeer lage risico’s bij huisartsen onder de aandacht te brengen, dit jaar voor het eerst met een bescheiden succes: de NHG-standaard (richtlijn voor huisartsen) biedt sinds dit jaar meer ruimte voor het voorschijven van hormoon-medicatie. Toch slikt maar 5% van de Nederlandse vrouwen in de overgang hormonen. In het buitenland zijn deze percentages 25% tot 40%.

Werkgevers, verenigt u!

Als het aan onze calvinistische cultuur en onze huisartsen ligt, hoeven we dus niet op verandering te rekenen. Maar laten we daar niet op wachten. Werkgevers kunnen de overgang zelf op de kaart zetten. Hoe? Begin eens de vrouwen uit deze doelgroep te vragen wat zij nodig hebben. CBS en TNO vroegen in hun onderzoek vrouwelijke werknemers of ze meer steun willen bij overgangsklachten. Hierop antwoordden 38% van de vrouwen die regelmatig klachten had en 30% die soms klachten had dat zij meer steun willen van leidinggevenden. 

De aandacht voor de overgang verhoogt het welzijn van een grote groep medewerkers, voorkomt ziektedagen en draagt het bij aan de productiviteit.  Genoeg redenen dus om op werk aandacht aan de overgang te besteden!

Benieuwd wat GetInsight voor uw organisatie kan doen?

Meer weten over hoe u het welzijn in uw organisatie kunt monitoren en verbeteren? Download nu onze brochure!